woensdag 19 december 2012

THE END. American Style.




There I was, at a cute little airport in the middle of the United States. After literally months of preparation, I finally arrived in Saint Louis, and I have to say, I was a little bit nervous for what would come. When walking towards the exit, I spotted some girls dressed in awful neon-yellow t-shirts with black letters screaming "International Introduction SLU" on it. Great, that's for me, I thought for a second. Not longer than that though, as these students were so extremely friendly and open (and interested in Holland, that's always a plus), nobody could not have felt uncomfortable with them. Within minutes I got what felt like a hundred questions thrown at me, and during the bus ride to the campus I already got to know the ins-and-outs of St. Louis (Thanks Katie, Caitlin, Bee, Taylor, Alison, Briana, Tiara, Tim R., and all the others!). Yes, the weather will stay this awesome. No, St. Louis is not that safe, but you'll be fine. Pruellage Hall is okay, but not the best.

THE END. Dutch style.

Aan alles komt een einde, er is een tijd van komen en gaan, dat doet de deur dicht, etcetera etcetera etcetera. Ja, we zijn op dat punt beland waar spreekwoorden opeens de harde waarheid blijken te vertellen: het semester in Amerika zit er op. Donderdagochtend stap ik op het vliegtuig om een dag later in Amsterdam aan te komen en iedereen in de armen te kunnen vallen. Waarschijnlijk komt dat vooral door de vermoeidheid na een 17-uur lange vlucht, maar toch ook wel omdat ik iedereen in Nederland heb gemist. Tijd voor een terugblik.

maandag 3 december 2012

Pimp my Church


Eigenlijk heb ik het weinig gehad op dit blog over één van de belangrijkste kenmerken van deze universiteit: SLU is een Jezuïetenschool, wat dan weer een katholieke orde is. Vandaar dat er een gigantische katholieke kerk gevestigd is op de campus, en dat die kerk (in tegenstelling tot vele kerken in Nederland) elke zondagmorgen, middag én avond bijna volledig gevuld is: veruit de meeste studenten komen uit een Katholiek gezin, en het gaan naar de kerk is hier een soort van sociale verplichting. 

Catholic Church


Ik ben vrij eenvoudig te beïnvloeden, waardoor ik de afgelopen weken een aantal keer de kerkdienst op de campus bezocht heb. De eerste keer in mijn leven een katholieke mis meemaken was eigenlijk best wel een moment om te onthouden, deels doordat deze kerk gericht is op jongeren en de dienst dus niet doodsaai was (vooral dankzij een groot live-koor en orkest), maar ook deels omdat ik verbaasd was hoe strikt en formeel een katholieke kerkdienst is. Elke keer is de dienst opgedeeld in een vast aantal delen, worden deels dezelfde liederen gezongen, en worden dezelfde rituelen rondom het altaar opgevoerd. Alle priesters hebben een speciale plek bij dit altaar, en bijna alle mensen aanwezig weten precies wat er op welk moment gedaan moet worden: de ene keer moet je enkel "Amen" reageren als een priester een deel van de bijbel op leest, soms lijkt het een heel verhaal. Op een bepaald moment gedurende de dienst begint iedereen elkaar een hand te geven om elkaar "vrede" toe te wensen, terwijl even daarna de hele zaal opeens op zijn knieën neervalt om een gebed te starten. Éen keer raden wie nou net een van die paar 'heidenen' was die bleef zitten, geen idee hebbende wat er gebeurde. Tja, om alle katholieke regels in één keer onder de knie te krijgen, dat is waarschijnlijk weinig mensen gelukt, en de tweede keer dat ik de kerk bezocht ging het gelukkig al een stuk beter.

In Chicago bracht ik de meeste tijd door bij Stephanie's familie, die Lutheraans zijn, maar één dag bezocht ik Ashlen's huis, een andere Amerikaanse vriendin die in de buurt woont van Stephanie. Haar vader is protestants, terwijl haar moeder katholiek is, waardoor de familie bezoeken aan de katholieke kerk afwisselt met bezoeken aan een soort protestantse kapel. Gabriel en ik waren zo gelukkig om mee te mogen (correctie: moeten) naar de laatstgenoemde, en dat was werkelijk een ervaring: deze kerk noemt zichzelf 'modern Christelijk,' heeft 8 vestigingen rondom Chicago, en werkt eigenlijk totaal anders dan je verwacht van een kerk. In de grootste vestiging, vanaf de buitenkant totaal niet een typisch kerkgebouw, wordt elke week een dienst gehouden door een pastoor, samen met een concert van verschillende live-bands. De pastoor begon de avond met het maken van een video van het publiek, om die later op Facebook te zetten, terwijl hij ook nog een aantal grappige twitter-berichten met de aanwezigen deelde. Zijn christelijke boodschap bestond uit een aantal verwijzingen naar de bijbel, ja, maar draaide vooral om een aantal persoonlijke anekdotes: het deed me het meest denken aan van die Amerikaanse kerkdiensten die je zondagmorgen op de commerciële Nederlandse televisiezender tegenkomt. De band deze avond bestond uit een man met een gitaar, twee vrouwelijke achtergrondzangeressen en een soort jezus look-a-like met een elektrische gitaar, die popmuziek speelden, met het verschil dat de teksten over het Christelijke geloof gingen. Boven, links en rechts van de band hingen grote televisieschermen waarop de songteksten werden weergeven, waardoor er een karaoke-sfeer werd gecreëerd en een groot deel van de aanwezigen met volle borst mee begon te zingen (me too, uiteraard, gemakkelijk beïnvloedbaar!). Een voorbeeld van deze setting is hier te zien, en hoewel wij niet precies bij deze uitvoering aanwezig waren, leek ons concert er erg veel op (kijken!:) ).

Terwijl wij lekker aan het zingen waren zagen mensen in de andere 7 vestigingen dezelfde dienst op een groot scherm, en een uur later kon iedereen de boodschap van de pastoor terugkijken via de uitzending gemist-website of Iphone-app van deze kapel. Dat is op een moderne manier geloof organiseren, en hoewel ik op voorhand cynisch was over het hele gedoe, was ik op een positieve manier verrast. Het was eigenlijk erg vermakelijk, en bovendien heb ik meer onthouden van de boodschap van de hippe pastoor dan van de Bijbelse teksten die de Katholieke priester elke week maar weer opsomt. #religiekandusookleukzijn

                                               Zo ziet een moderne kerk in Amerika eruit..

Religie is een gigantisch onderdeel van de Amerikaanse maatschappij: ik heb nu een inkijkje gehad in twee verschillende stromingen, maar er zijn er veel en veel meer: baptisten, anabaptisten, adventisten, methodisten, pentecostalisten, mormonen, en ga zo maar door. De ouders van Ashlen wisten de verschillen gelukkig effectief te minimaliseren: "Het maakt niet zoveel uit welke kant je kiest, als je maar de Christelijke kerk kiest waar jij je goed bij voelt." Ik kon ze wel vertellen dat Nederland meer en meer een seculair land wordt, en dat de kerken eigenlijk alleen maar met kerst en Pasen nog vol zitten, maar ik besefte me dat om de sfeer beschaaft te houden, ik maar beter gewoon kon knikken. Bovendien: misschien komt er nog een dag dat religie in Nederland net zo vermakelijk wordt..

dinsdag 27 november 2012

Thanksgiving Break!





"Du sprichst Deutsch? Wirklich? Sehr toll!" Dat soort opmerkingen hoor je als Nederlander niet vaak, maar deze week heb ik toch echt mensen ontmoet die bijna lyrisch reageerden nadat ze hoorden dat ik “sechs Jahre Deutsch studiert habe," en dus wel een woordje Duits mee kan praten. Ik was namelijk op bezoek bij de familie Eickelberg (hier ‘elegant’ uitgesproken als Eikel-Burk) voor Thanksgiving, en Stephanie's grootouders zijn geïmmigreerd vanuit een turbulent Duitsland naar de Verenigde Staten. Hier doen ze moeite om hun Duitse afkomst in ere te houden, door bijvoorbeeld alle (klein)kinderen Duits te laten leren, maar hun Amerikaanse kroost is er niet gek goed in. "Guten Tag" weet men nog wel uit te spreken, maar het werd al snel duidelijk dat Duits leren voor een Nederlander een stuk makkelijker is dan voor een Amerikaan. Dat geldt trouwens voor werkelijk alle talen, want veruit de meeste Amerikanen hebben totaal geen zin om een andere taal te leren; des te leuker is het om trots (en enigszins misplaatst, toegegeven) te vertellen dat ik wel 5 talen spreek met Frans, Spaans, Duits, Nederland en Engels (uiteraard vermeld ik niet dat een willekeurige Fransman of Spanjaard het niet met me eens zou zijn wat betreft het spreken van hun talen), om daarna de geïntrigeerde blikken van menig Amerikaan te ontvangen. Als resultaat denkt men vaak dat je ook meteen een Europa-expert moet zijn, en kan je redelijk willekeurige vragen verwachten als "Denken de Fransen echt dat Amerikanen onbeleefd zijn?", "Is Zweeds een moeilijke taal?" en "Zijn Spanjaarden en Grieken lui?" waarop ik uiteraard met volle overtuiging en een geruststellende glimlach  'Ja' antwoord.

 Maargoed, terug naar die super aardige Duits-Amerikaanse familie, de Eickelbergs, die zo aardig waren om mij een aantal dagen onderdak te bieden in hun huis in een Chicago suburb genaamd Lake Zurich. Thanksgiving vieren is een familieaangelegenheid, met zusjes (twee om precies te zijn), ooms, tantes, grootouders, neefjes, nichtjes, en een kalkoen (een aanwijzing: één van hen overleeft het niet.. maar wie?), en zo was het ook bij de Eickelbergs. Het 'diner' start vroeg, om een uur of 3, en om je er goed op voor te bereiden eet je niks als ontbijt, maar sta je in plaats daarvan in de keuken om een gigantische hoeveelheid eten klaar te maken. Typische bezigheid daarbij is het bekijken van de "thanksgiving parade," een jaarlijks terugkerend spektakel waar een lange lijst bekende Amerikanen, stripfiguren, superhelden en reclamemascottes door een normaliter drukke straat in New York loopt. Ondanks het feit dat ongeveer de helft van de 'sterren' kinderfiguren zijn (mensen verkleed als Spongebob Squarepants, de Chipmunks, Dora, dat soort ongein), wordt dit alles becommentarieerd door maarliefst 3 presentatoren, die zeer hun best doen de schijn op te houden dat dit een serieuze aangelegenheid is, en niet één grote advertentie voor de winkelketen Macy's (want dat is het.).

Na het smakelijke diner begonnen opeens meerdere leden van de familie een aantal woorden te mompelen, om het na een paar minuten bijna uit te schreeuwen: PIE TIME! Amerikanen houden van avondeten, maar er is één ding dat nog beter is, en dat is dessert. Gelukkig zijn veel koks in de VS er erg goed in, en de man des huizes liet zich zeker gelden als een goede appeltaart-chef. Na dit eetfestijn ploft iedereen neer op de bank, maakt een broeksknoop los, en zucht: we hebben weer een jaar Thanksgiving diner overleefd.

Als het indaalt dat het Thanksgiving diner echt achter de rug is, focust men zich vrijwel direct op kerstmis. De avond van Thanksgiving wordt besteedt aan het kijken van 'Alf' (of een andere kerst-klassieker), om het kersttijdperk officieel in te luiden. De dag later zijn opeens de meeste huizen overdreven mooi versierd met allerlei kleuren kerstverlichting, wordt de kerstboom opgezet, zijn er kerstliedjes op de radio, en gaan veel mensen eropuit om alvast kerstinkopen te doen. Dat laatste is logisch, want met Black Friday kan er wel heel goedkoop worden ingekocht: om middernacht zijn er speciale aanbiedingen waar je letterlijk voor moet vechten, maar gedurende de dag was het eigenlijk wel comfortabel shoppen: 50-60% korting maakt een hoop wachten zeer zeker goed!

 Naast het shoppen was er ook nog wat tijd om veel nieuwe mensen te ontmoeten (vrijwel allemaal zeer gastvrij), te feesten (in letterlijk het grootste huis dat ik ooit heb bezocht; inclusief twee keukens, een kelder-gastverblijf, direct uitzicht op een meer, en een televisie ter grootte van een gehele muur: dat is het leven van de "American Dream"), uit te brakken, en naar de kerk te gaan: het was een fantastische week! Op dat laatste zal ik trouwens een andere keer ingaan, want religie speelt een interessante rol in de VS. Voor dit moment stop ik er echter mee het is tijd voor PIE TIME. Tot volgende week! 





 
Some fine shopping at Macys with the other Europans


dinsdag 13 november 2012

Happy Holiday Season



Het 'holiday' seizoen is twee weken geleden van start gegaan met de viering van Halloween. In principe een verkleedfeestje voor kinderen die op een avond langs de deuren gaan voor snoep, studenten maken er hun eigen soort feest van door gedurende een hele week snoep in te wisselen voor alcoholische versnaperingen. In tegenstelling tot Nederlandse Halloween feestjes die ik heb bezocht wordt Halloween hier zeer serieus genomen, en vrijwel iedereen had flink zijn best gedaan om zich humoristisch dan wel eng te verkleden. Lezers die facebook bekijken hebben het vast al gezien, maar ik was verkleed als een teddybeer (voor de kenners, het was Ted, van de film). Het was een groot succes; de eerste keer dat ik mezelf transformeerde tot teddybeer werd mijn kostuum uitgeroepen tot beste van de avond (resultaat: 14 horror dvd's), wildvreemden wilden niets liever dan een knuffel, terwijl mensen die ik wél kende geen idee hadden wie nou toch in dat pak zat.

Toch is Halloween maar een voorproefje van wat nog komen gaat. In de winkels komen de kerstbomen, kerstballen, kerstknuffels, kerstkaarten, kerstsnoep, kerstshampoo en kerstcornflakes langzaam in de schappen te liggen, een teken van wat we kunnen verwachten voor de volgende maand. Voor die tijd is er echter eerst nog Thanksgiving, hier ook wel 'the forgotten holiday' genoemd. Op 22 November staat kalkoen staat nog steeds voor vrijwel elke familie op het diner, maar de sfeer rondom thanksgiving lijkt niet echt op die van kerstmis. Geen cadeautjes bijvoorbeeld, en als we terugkeren naar de Wal-Mart zie je nergens thanksgivingcornflakes of andere thanksgiving-prullaria.

Amerikanen zijn naar onze standaarden extreem gastvrij, en naast het plan om met onze groep van Amerikanen en Europeanen dit weekend al een gezamenlijk thanksgiving diner te maken, zijn vrijwel alle Europese uitwisselingsstudenten hier uitgenodigd door een Amerikaanse klasgenoot, kennis of vriend om bij hun familie thanksgiving te vieren. Ikzelf ben uitgenodigd door Stephanie, een van de Amerikanen waar we veel mee omgaan, en verheug me nu al op de volgende trip naar haar huis in Chicago (op ruim 5 uur van St. Louis), waar een familie van een man of 30 samen zal komen.

Na het gezamenlijk eten van een gevulde kalkoen, aardappelpuree met jus, wortels, pompoentaart en cranberrysaus is het 's nachts tijd voor Black Friday. De Verenigde Staten is een land dat bekend staat als een consumptiemaatschappij, en de mensen zijn vaak erg materialistisch. Op Black Friday wordt deze koopgekte flink aangewakkerd: midden in de nacht zullen winkels de deuren openen met een aantal extreem goede aanbiedingen. In Nederland zouden misschien een handjevol mensen om 3 uur s' nachts hun bed uitgaan om een digitale camera met 100€ korting te kunnen kopen, maar in de VS is het een volkstraditie waar menigeen aan meedoet. Vandaar dat winkels voorzorgsmaatregelen nemen door lokaanbiedingen beperkt in te kopen (er moet natuurlijk winst worden gemaakt op de producten die eigenlijk niet echt in de aanbieding zijn), en door mensen maar mondjesmaat tegelijkertijd naar binnen te laten. De gekte wordt soms zo groot dat mensen elkaar letterlijk aanvallen; er zijn verhalen van mensen die met pepperspray en messen winkel ingaan om producten op te eisen. Vorig jaar nog zijn er zelfs mensen overleden doordat ze werden platgedrukt door een koopgekke menigte. Ik kan niet wachten.

Vijf dagen vrij, kalkoen, Chicago, én Black Friday: Laat die thanksgiving-break maar komen!
Om nog een element toe te voegen aan het holiday seizoen hier ben ik mensen al actief warm aan het maken voor Sinterklaas. Ik ben nog niemand tegengekomen die pepernoten (meegebracht uit Nederland door mijn ouders) niet lekker vond, maar het verhaal rondom de Goede Sint en zijn zwarte pieten vinden veel mensen maar raar. Blanke mensen die zwarte verf opdoen, om daarna als hulpjes van een blanke man in een rode jurk door het land te gaan? Tja, Only in Holland.


zondag 4 november 2012

Election Day


©Cbs News Picture

Er zijn ongetwijeld lezers van dit blog die dit onderwerp eigenlijk totaal niet interessant vinden, maar ik ga toch een poging wagen wat interesse op te wekken. Deze week kan ik niet anders dan te schrijven over ... de Amerikaanse verkiezingen!

Dinsdag is het namelijk zover. Weken, maanden, jaren zelfs (in het geval van Mitt Romney) zijn de twee kandidaten bezig geweest met campagnevoeren voor de baan van machtigste persoon ter wereld. We hebben President Barack Obama van de Democratische Partij aan de ene kant, en oud Gouverneur Mitt Romney van de Republikeinse Partij aan de andere.

Het wil nog wel eens voorkomen in Nederland dat de Republikeinse Partij negatief wordt afgeschilderd, en ik heb al flink wat nieuwsartikelen voorbij zien komen uit Nederland die vertellen dat Obama eventjes een gemakkelijke overwinning gaat behalen. Dat moet ook bijna wel, want gebeurt er niet elke week iets raars met die gekke Romney? Is het niet een opmerking waarmee hij de helft van Amerika als luie, van de overheid afhankelijke nietsnutten wegzet, dan is het wel een nieuwsbericht dat laat zien dat Romney bijna geen belasting betaald. Hij is extreem rijk, maar betaalt maar zo’n 15 % belasting. Kan zo'n man überhaupt een kans maken bij de 'gewone' bevolking?

Jazeker, want met nog maar een luttele dag voordat Amerika naar de stembussen gaat te gaan, staan Romney en Obama vrijwel precies gelijk in de peilingen. Hoe kan dat? Ten eerste is Amerika nou eenmaal een conservatieve natie, altijd al geweest. Ten tweede zijn Amerikanen zeer trouw aan hun partij. In Nederland zou je zonder problemen kunnen overstappen van de PvdA naar, pak 'm beet, CDA, in twee verschillende verkiezingen. In Amerika is dat veel minder gebruikelijk, want je politieke partij is bijna net zo belangrijk als je religie hier. Een meerderheid van de natie lid is van één van de twee partijen. Zelfs veel van de mensen die zeggen onafhankelijk te zijn hebben stiekem een duidelijke voorkeur, en wijken daar vrijwel nooit van af. Aangezien beide partijen ongeveer evenveel vaste supporters hebben zijn Presidentsverkiezingen vaak erg spannend.

Die politieke voorkeur wordt vaak door ouders overgebracht op de kinderen, iets wat je in St. Louis erg goed merkt. De meeste studenten hier komen uit een welvarend milieu, en hebben Republikeinse ouders. Veel van de studenten hebben feitelijk geen andere keuze dan hun eerste stem ook uit te brengen op die partij, zelfs als ze er eigenlijk stiekem tegen zijn. Eén verhaal dat ik heb gehoord over dwangpraktijken van ouders was een moeder die haar dochter letterlijk vertelde haar niet meer als deel van de familie te zien als zij op Obama zou stemmen. Een ander verhaal ging over een grootmoeder die elke week haar kleinkind belt om haar politieke propaganda te delen. Veel studenten staan nog ingeschreven bij hun ouders' huis, en ontvangen daar een uitnodiging om te stemmen. Ouders vullen vaak het stembiljet al in en sturen het dan op naar hun kinderen. Ga daar maar eens tegenin als kind.

Een ander pessimistisch gegeven is het feit dat Amerikaanse studenten over het algemeen totaal niet geïnteresseerd zijn in politiek. Ik ben lid van de Political Science club hier, met ongeveer 15 anderen. Er gaan meer dan 10.000 studenten naar SLU. Gevolg is dat mensen er weinig van af weten, en vaak maar gewoon het verhaal herhalen dat hen verteld werd door hun ouders, zonder er eigenlijk serieus over te hebben nagedacht. Ga maar eens aan een gemiddelde student hier vertellen dat het best mogelijk is om iedereen een zorgverzekering te geven voor een lage prijs: ze zullen versteld staan van hoe goed dat klinkt! Oké, met Rutte 2 wordt dat misschien een lastiger verhaal, maar mijn punt mag duidelijk zijn.

Als Nederlander wordt je hier trouwens gek aangekeken als er over Europese politiek gepraat wordt. We worden gezien als een stelletje socialisten, en als ik vertel dat we in Nederland net verkiezingen hebben gehad en dat de Arbeiderspartij samen met de Liberaal Conservatieven gaan regeren, kunnen er serieus mensen van hun stoel vallen. Voor hen klinkt dat als een communistisch/socialist bolwerk, waardoor ik ook altijd maar even aan mijn verhaal toevoeg dat we ook nog een echt (oud)-communistische partij in het land hebben (de SP). Een coalitie klinkt hier trouwens ook als een gek idee, want samenwerken zit er écht niet in op het moment.

Dat zal toch wel nodig zijn, want er is een grote kans dat er een verdeeld congres gaat komen na de verkiezingen. De Senaat(eerste kamer) lijkt Democratisch te blijven, terwijl de Amerikaanse tweede kamer sowieso door een Republikeinse meerderheid gecontroleerd gaat worden. Ik kan niet wachten op dinsdag te zien wat er gaat gebeuren, nu die jarenlange campagne eindelijk ten einde gaat komen. Hopelijk was het verhaal interessant genoeg om het helemaal door te lezen; voor al die doorzetters een klein gebaar:
http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=ArC7XarwnWI

Wil je weten bij welke kandidaat jij het dichtste staat (de kans dat dit Obama is, is voor een gemiddelde Nederlander ongeveer 99%), doe dan de test op http://www.isidewith.com/presidential-election-quiz
Er zitten ook een hoop onbekende kandidaten in de test, maar beter is het om die te negeren, want 3rd-party candidates hebben geen schijn van kans in Amerika. Dat is een verhaal voor een andere keer, het is bedtijd hier. Tot volgende week!

vrijdag 26 oktober 2012

Roadtrip!


Vorige week donderdag was het zover: eindelijk meer Nederlandse inbreng in het Amerikaanse bastion genaamd Saint Louis. Sita (ook wel "ma" genaamd), Marcel (ook bekend als "pa"), en Maurice (AKA Hennessy) waagden de urenlange trip over de oceaan om me hier te bezoeken, en dat was een groot succes, want in de zes dagen die we samen doorbrachten hebben we namelijk een shitload(om Amerikaanse termen te gebruiken) aan dingen gedaan.

Honkbal is dé sport in St. Louis, vooral omdat de St. Louis Cardinals een topteam is, en ook dit jaar maakten ze een goede kans de Wereldtitel te winnen. Om maar even te laten zien hoe Amerikanen zichzelf zien: Met de uitzondering van één Canadees team bestaat de gehele World Series enkel uit Amerikaanse teams. Voor zover de wereldtitel honkbal, want daar gingen we nou juist niet heen (de Cardinals wisten trouwens niet verder te komen dan de halve finale).

Waar we wél heengingen was een American Football wedstrijd van de St. Louis Rams. De strijd was tussen de Rams en de Packers, en dus was de uitslag van tevoren eigenlijk al bekend (althans, dat vertelden meerdere Amerikaanse vrienden me). Voor de leek onder ons: De Packers is een van de sterkste teams van de competitie (ze wonnen de Superbowl nog in 2010), terwijl de Rams eerder het afvoerputje van de sport is. De uitslag, 30-20 voor de Packers, zei ons nog niet heel veel, maar het was zeker mooi om een keer mee te maken. De American Sport Experience draait om familie (vooral vaders en zoons die gebroederlijk hetzelfde shirt dragen), om grote porties eten (nacho's met kaassaus, chilisaus, jalapenos, gehakt, en verder wat je er maar op wil gooien), en om het op commando beginnen met aanmoedigen.

Dat laatste is op-en-top Amerikaans: in plaats van hun team constant naar voren te schreeuwen zoals we gewend zijn in Europa, is men hier vooral bezig met kletsen, eten en drinken. Dat is, tot het moment dat één van de grote schermen een filmpje afspeelt dat zegt "MAKE SOME NOISE", want dan laten de supporters hun biertje staan om 'spontaan' te beginnen met schreeuwen. Er is een serieuze kans dat zonder de televisieschermen, en zonder de mannetjes die staan te zwaaien met borden ("I WANT TO HEAR YOU!"), het publiek de hele wedstrijd meer bezig is met het maken van vrienden dan met het volgen van de wedstrijd.. Wel érg goed is trouwens de sfeer hier tussen 'vijandige' teams: Packers en Rams fans zaten allemaal door elkaar heen, gingen naar de zelfde eettent, en naar dezelfde WC.. Dat zie je bij Ajax - Feyenoord niet snel gebeuren!

Na de wedstrijd zijn de weg opgegaan met een huurauto, met als eerste bestemming Nashville. Dit is de stad waar Amerikaanse countrymuziek vandaan komt, dus konden we niet anders dan de Country Hall of Fame te bezoeken, en een paar barretjes binnen te gaan. In Nashville zijn er in cafés en restaurants namelijk overal live zangers, die enkel van fooien leven.. Een dagje gratis muziek dus!

Nashville was echter redelijk klein, en aangezien een ander muziekbolwerk zich 'maar' 2.5 uur van de Countrystad bevindt, besloten we weer de auto in te stappen. De volgende stop: Memphis, ook wel bekend als het land van soulmuziek, rock and roll en natuurlijk Elvis. Graceland, het landgoed van Elvis en de omliggende musea, was zeker de moeite waard. Ook hier kwam de ziel van het Amerikaanse leven duidelijk tevoorschijn: de ingang van het amusementspark staat los van de woning van Elvis, en er rijden constant shuttle busjes om de bezoekers van het ene naar het andere punt te brengen. Wij verwachtten een lange trip naar zijn fameuze huis, maar tot onze stomme verbazing hoefde de bus enkel de straat over steken om er te komen. De moraal van dit verhaal: Amerikanen lopen principieel liever niet, zeker niet als er een automobiel (met bijbehorende uitlaatgassen) gebruikt kan worden.

Auto's waren ook prominent aanwezig in de binnenstad van Memphis, want we hadden het geluk om precies de stad te bezoeken tijdens een old-timer evenement: de belangrijkste straat van de stad, Beale Street, stond helemaal volgeparkeerd met te gekke auto's uit de jaren 20, 30, 40, etc. (zie de foto's!)

De Roadtrip bracht ons ook nog naar Deventer - Deventer, Missouri wel te verstaan. Misschien was dit kleine dorpje ooit opgericht door mensen die oorspronkelijk uit Deventer, Overijssel kwamen, al zijn academici het daar niet over eens. Toen wij er aankwamen bleek dat we iets te laat waren: hoewel Deventer, Missouri nog wel te vinden is op de kaart en op de TomTom leeft er geen ziel meer sinds 1950. Het gebied is nu onderdeel van Mississippi County, vandaar dat Maurice enigszins gedesillusioneerd met een bordje van dit dorp op de foto ging..
We sloten de 6 daagse familietrip af met een snel bezoek aan de St. Louis Arch (de enige echte toeristische trekpleister hier) en een bord nasi, want al na een paar dagen reizen konden Maurice, Sita en Marcel eigenlijk geen burger meer zien, en we verlangden allemaal naar (gezond) voedsel dat we ook in Nederland gewoonlijk eten. Dat was een goede afsluiting van een mooie week, een week die functioneerde als een welkome afleiding van school en het leven de campus, en als een mogelijkheid om eens flink bij te kletsen en goed bij te kleuren (de temperatuur raakte de 30 graden aan in midden oktober!). Voor mij is het gewone leven nu weer begonnen, Marcel en Sita rijden nu in de buurt van New Orleans, en Maurice is waarschijnlijk lekker aan het genieten van een ouderwetse jetlag. Tot volgende week.. tot die tijd hebben we gelukkig de foto's nog:




 nashville


 Dat zijn een hoop country-platen..






 Elvis zijn huiskamer


 De Arch





 (Livemuziek én vliegende auto's in Nashville)
 Geen Deventer..


donderdag 11 oktober 2012

Some stories from Chicago


Sorry, sorry, sorry, voor iedereen die de afgelopen dagen deze blog heeft bezocht, snakkend naar een nieuwe blogpost: het was nog niet voorgekomen in Amerika, maar ik heb het eventjes druk.

Druk, wat betreft de studie, want volgende week is het tentamenweek, en in tegenstelling tot in Nederland gaan hier de lessen gewoon door, net als het verplichte leeswerk. Je hoort mij echter niet klagen, want in de rest van de weken heb ik zo weinig gedaan, dat het schoolwerk van deze week bijna vermakelijk te noemen is.

Bijna, want er zijn natuurlijk nog steeds duizend en één dingen op te noemen die leuker zijn dan het bestuderen van Amerikaanse Presidentiële Debatten sinds 1960 (want dat was de eerste keer) of het luisteren naar Bob Dylan om zijn ontwikkeling als activist mee te maken. Zo, op die manier heb ik jullie in één keer een inkijkje gegeven in de stof die ik moet behandelen dezer dagen,en heb ik jullie meteen iets nieuws bijgebracht (dat van het eerste debat dat plaatsvond in 1960, in het geval dat het jullie alweer ontschoten was).

Druk, ook wat betreft genieten van het leven, want afgelopen week was het me voor het eerst gelukt het saaie St. Louis te verlaten. Vrijdag, zaterdag en zondag brachten 4 internationale studenten en ik namelijk door in Chicago, door hippe mensen ook wel Chi-City genoemd. In drie dagen kan je ongelofelijk veel meemaken, vooral als je de reis start en afsluit met een 6 uur durende busreis, en gedurende het verblijf in Chicago het grootste deel van de nacht actief bent, om de dag erna (of eigenlijk dezelfde dag) op 9 uur alweer op te staan.

Dan kom je mooie gebouwen tegen, goed eten, slecht eten, goede taxichauffeurs... Oké, ik heb mezelf beloofd geen grote leugens op deze pagina te vertellen, dus ik moet hier stoppen. In Chicago vond afgelopen weekend de Chicago Marathon plaats, waar ieder jaar tienduizenden mensen aan meedoen. Wees niet bang, wij waren niet van plan om ook maar één enkele stap in hardloopkleding te zetten in Chicago. We waren er echter wel door benadeelt, want op het moment dat we ons hotel wilden boeken, zat alles prop en propvol. Daarom konden we niet anders dan een hotel boeken aan de rand van de stad, waardoor we dan weer afhankelijk waren van taxi's om Chicago in te komen.

En dat brengt ons bij taxichauffeurs. Vaak hoor je negatieve verhalen over deze mensen; ze kunnen geen Engels, zijn onaardig, zijn schooierig, zijn onduidelijk over de prijzen en het zouden niet de meest hygiënische mensen zijn. Stereotypen zijn vaak onwaar en oneerlijk, maar in dit geval zijn ze totaal kloppend. Na de eerste nacht uitgaan namen we een taxi terug naar het hotel, en een Indische man was onze persoonlijke chauffeur. De beste man leek niet al te vrolijk, en nadat hij ons 5 had ingesloten in de auto snauwde hij meerder keren naar ons "Mid and a half." Wij hadden uiteraard geen idee wat dit te betekenen had, en gestimuleerd door enig alcoholgebruik lachten we zijn uitspraken weg: Indiërs.. zijn het ook geen gekke mensen?

De taxirit duurde maar een minuut of tien, en op de teller stond een dollar of 25. Wanneer één van ons wilde betalen bleek de 25 dollar echter niet genoeg te zijn, want had hij ons niet verteld dat deze rit ‘Mid and a half’ zou zijn? Knoop dit in je oren, mocht je ooit een keer in Chicago komen (geen idee of dit overal geldt): Mid and a half betekent letterlijk een 50% toename van de prijs die op de teller staat; dat is slim zakendoen!

De dag erna namen we ’s nachts opnieuw een taxi terug, en dit keer groette een vriendelijke Chinese man ons. Om het kort te houden: deze man had geen idee waar ons hotel was (ondanks de locatie naast een vliegveld), had constant een boek in zijn hand, tegen het stuur aangedrukt, en praatte net als de Chineseman die Nederlandse liedjes zingt bij Ik Hou Van Holland. Gek genoeg zong hij ook nog echt op dezelfde manier. Dit is geen grap, de man vertelde ons al snel dat hij van zingen hield, en dat wilde hij maar al te graag laten horen gedurende de reis. Ik heb niet veel verstand van Chinese liederen, maar hij zou de eerste ronde van de Voice of China waarschijnlijk niet overleven.

Ondanks deze kleine minpunten was Chicago een fantastische ervaring: het is een mooie stad, die je doet denken aan New York, maar niet zo belachelijk groot, en zonder al die mensenmassa’s. Zo was het mogelijk op zondag door de binnenstad te lopen door een verlaten straat, waar de winkels dicht waren, en er welgeteld 1 auto geparkeerd was. Een van de letterlijke hoogtepunten was het bezoeken van een loungebar op de 95e verdieping van de Hancock Tower; een briljant uitzicht onder het genot van een (illegaal, dus extra lekker) biertje.

Volgende week wordt het druk, en vanaf donderdag zijn Sita, Marcel en Maurice hier in St. Louis.. dus voor alle brave lezers een waarschuwing: het zal wel weer even duren voor er een nieuw bericht wordt geplaatst!



 Uitzicht vanaf de 95e verdieping!




dinsdag 25 september 2012

SPORTS!

Mijn kamergenoot Michael is de doorsnee Amerikaan: politiek interesseert hem niet, maar het kijken van American Football (GO CLEVELAND BROWNS) vind ie fantastisch. Ontbijten doet hij niet (dat kost alleen maar tijd), en zijn avondeten bestaat vaak uit een combinatie van verschillende soorten fast-food. Je zou zeggen dat dit op zijn duur zijn tol zal gaan eisen op Michael's lichaam, maar net als veel Amerikanen heeft hij een oplossing voor al het slechte voedsel dat hij dagelijks verorberd: sport.

Sport in Amerika is niet simpel het achterna rennen van een bal. Sport is heilig.

Veel gebouwen op de campus zijn aan de oude kant en kunnen wel wat aandacht gebruiken, maar dat geldt niet voor het recreation centre. Dit spliksplinternieuwe gebouw staat in het midden van de campus, en is een soort walhalla voor sporters: je kunt de sport zo gek niet bedenken, of je kunt het hier beoefenen (van Basketbal tot Lacrosse tot Yoga tot Racquetball). Bovendien zijn er twee verdiepingen vol met fitness-aparaten, voor een typische Amerikaanse work-out. Dat houdt in voor mannen: 5 minuten hardlopen, en dan urenlang aan gewichten hangen. Voor vrouwen: 30 minuten hardlopen, 30 minuten fietsen, en een beetje spiertraining. Moeten jullie 1 keer raden in welke categorie ik val.

Sporten doe je niet zomaar voor je plezier. Sport gaat om winnen.

Michael speelt voetbal (en daarmee is hij een uizondering in de VS), maar daar houdt het niet mee op. Zo doet hij ook mee aan de intramural-competities Softbal, American Football en Basketbal, gewoon omdat het kan. Daar komt dan nog een aantal keer per week fitness bij, en potjes voetbal buiten de competitie om. Wordt er verloren (met wat dan ook), dan heb ik een kamergenoot die voor pampus op zijn bed ligt. Wordt er gewonnen, dan is Michael 's avonds op stap om het te vieren. In beide gevallen resulteert dit in een overtuigende overwinning voor mij: goede nachtrust!

Sport stopt niet op het moment dat je stopt met sporten. Sport is een levensfilosofie.

Michael eet geen ontbijt, maar neemt wel dagelijks een protein-shake. We verkopen dat soort dingen ook in Nederland, maar in de VS lijkt het wel alsof iedereen het drinkt. Michael's voorkeur ligt bij de chocolade-shake, die volgens de verpakking maarliefst 1000 caloriën per beker bevat, allemaal om de spiermassa te vergroten. Waar je in Nederland nog net aan Gatorade-sportdrank kan komen, is er in de Amerikaanse supermarkt een geheel gangpad gewijd aan sportdrank: 1001 verschillende formules om de spieren zo goed mogelijk bij te staan vóór, gedurende of na een work-out. Ik heb een aantal van deze overprijste drankjes geprobeerd, en kan concluderen dat deze suiker- en calorie-bommen er niet echt voor hebben gezorgd dat ik nu opeens een gespierde hulk ben. En tja, de waarheid is dat Michael dat ook nog niet echt is.

Sport is overal; er hoeft maar een klein stukje grasveld te zijn, of het wordt bevolkt door een groepje mensen die in weer zijn met Frisbees (opvallend genoeg is dat een serieuze sport hier, al ben ik nog steeds niet in staat om zonder te lachen langs serieus gooiende 'frisbee-ers' te lopen). Op het voetbalveld lopen de verschillende sporten door elkaar heen; honkbal, american football, athletiek.. want de interesse in voetbal is schrikbarend laag. Ik ben al in meerdere winkels vierkant uitgelachen nadat ik vroeg of ze toevallig ook voetbalschoenen verkochten; ik ben blij dat ik die mensen heb kunnen opvrolijken met mijn rare Europese voorkeuren, en nog blijer dat ik op internet mooie zwarte adidasschoentjes op de kop hebben kunnen tikken.

En daar is dan ook mijn aandeel in al dat sportgeweld: bijna alle Europese uitwisselingstudenten houden van voetbal (surprise), en we hebben ons eigen intramural-team opgezet. Afgelopen donderdag hebben we onze eerste wedstrijd al gemist, maar laten we het er maar op houden dat we de rest van de wedstrijden gewoon winnen (dat moeten we ook wel uitstralen, want Michael maakt onderdeel uit van ons team, en hij eist niets minder dan 110% inzet). Donderdagavond om 10 uur 's avonds lokale tijd is het zover, de wedstrijd der wedstrijden, natuurlijk live te volgen via de livestream op deze website. Over en uit, tot volgende week.



(Vrijwel geen enkele Amerikaan weet wat Squash is, want zij hebben hun eigen versie van het spel genaamd Racquetball. Toch is er een squash-baan, die al veelvuldig gebruikt is door de Europeanen)


(Vrijwel iedereen heeft hier een eigen beeldscherm; het is per slot van rekening sporten op zijn Amerikaans)



Volleybalveld & Zwembad

maandag 17 september 2012

Vrijheid, gelijkheid, broederschap?

In de vorige blogpost werd al duidelijk dat niet iedereen in de VS er even warmpjes bij zit; de vrouw die ik afgelopen week ontmoette op weg naar het concert van Jason Mraz kon het niet zich niet vooroorloven haar auto te reparareren, hoewel ze wel gewoon een full-time baan had bij een privaat bedrijf. Armoede komt in Nederland natuurlijk ook voor, maar niet op de schaal als hier. Dat komt vooral doordat het systeem van sociale zekerheid hier een lachertje is; iedereen wordt min of meer aan zijn lot overgelaten, omdat zaken als zorgverzekering, huursubsidie, kinderbijslag en uitkeringen hier geheel anders geregeld (of niet geregeld) worden. De vrouw in kwestie was blank. De meeste arme mensen in de VS/St. Louis zijn dat niet.

Meer dan 50 procent van de mensen die in St. Louis wonen zijn Afro-Amerikaans, maar enkel 5,4 procent van de SLU studenten is zwart (85% van de studenten noemt zichzelf blank). Het is niet zo dat zwarte studenten worden tegengehouden op basis van ras, want dat is al een tijdje verboden. Er is zelfs een beleid in de Verenigde Staten genaamd "affirmative action" dat er voor moet zorgen dat er 'genoeg' studenten van alle rassen worden toegelaten op de Universiteiten. Vijf procent is blijkbaar genoeg, en het grootste probleem blijft daardoor economisch: om toegelaten te worden tot SLU moet je veel geld hebben (of veel studiebeurzen ontvangen), en bij die stap vallen veruit de meeste potentiele studenten af. In plaats van een Amerikaanse student toe te laten op basis van goede resultaten, kiest deze school (en vele anderen) ervoor om een Chinese student welkom te heten, want zijn ouders zijn 'filthy rich.' Voor de minder welvarende burgers zit er niks anders op dan op zoek te gaan naar een baan of te gaan studeren aan een minder hoog aangeschreven school.

Waar enkel vijf procent van de studenten zwart is, is de situatie wat betreft het personeel dat rondloopt op campus totaal omgekeerd: zo is het vaak een hele opgave om iemand van een ander ras achter de toonbanken van de restaurants te vinden. Het volgende is typisch Amerikaans: deze mensen zijn veelal ex-daklozen, die zijn geholpen door deze oh zo humanitaire Katholieke school. Er werd ze een baan aangeboden in een van de restauranten op de campus, ze kregen een huurappartementje, en zo werden weer een paar zielen gered van de straat. Een mooi initiatief voor een aantal individuen, maar het pakt de wortels van het probleem natuurlijk totaal niet aan.

De feitelijke tweesplit in St. Louis gaat verder dan het contrast tussen de toonbank en de schoolbank. Als je de campus afloopt naar de dichtstbijzijnde supermarkt, kom je bij een verouderd winkelcentrum. De zwart-wit ratio is in één keer weer omgedraaid, en Afro-Amerikanen zwaaien de scepter. Letterlijk, want de vier bodyguards die 24/7 voor de supermarkt staan opgesteld (inclusief dienstwapen, no jokes) zijn zwart. De man die je vriendelijk welkom heet in de winkel is zwart. De vrouw achter de kassa is zwart. De man die je spullen netjes voor je inpakt is zwart. De supermarkt manager is zwart. Oh wacht, blank natuurlijk. Dit mag dan de 'ghetto supermarkt' genoemd worden (en ik moet zeggen, met recht mogen ze deze eretitel dragen), de man aan de top is toch nog steeds blank.

Hetzelfde geldt voor de metro. De security guards zijn zwart. De dakloze man die op een bankje zit is zwart. De mensen in de metro zijn zwart. Het is een gokje, maar de voorzitter van de bv die het openbaar vervoer regelt in St. Louis... heeft toch zeer waarschijnlijk een lichtere huidskleur (oké, toegegeven, om geen flater te lopen heb ik het even opgezocht, en John M. Nations is inderdaad witter dan wit).

Het is stuitend om te zien hoe normaal iedereen de verschillen hier lijkt te vinden. De blanke studenten weten niet beter dan te worden geholpen door zwarte bedieners, terwijl de Afro-Amerikanen in kwestie maar al te blij zijn met de baan die ze konden vinden en je daarom met overdreven vriendelijkheid behandelen. Het is een situatie van ongelijkheid waar één partij het gehele probleem probeert 'op te lossen' met een daad van liefdadigheid, terwijl de andere partij mede daardoor niet in staat lijkt iets aan de status quo te doen. Ook dat is Amerika.

woensdag 12 september 2012

Jason Mraz, en alles daaromheen.


Als groot fan van Jason Mraz ben ik wel gewend aan de voor- en nadelen dat het me oplevert. Veel vrouwen vinden het zeer interessant, mannen schudden vaak teleurgesteld hun hoofd. In Nederland kon ik de (mannelijke) kritiek die ik kreeg toen ik aankondigde naar een van Jason Mraz's concerten te gaan nog wegtoveren door met een quasi-sippe blik te vertellen dat Vivian me mee had gesleept, maar hier in St. Louis heeft dat argument alle kracht verloren. Dat belette me echter niet om alsnog naar Mraz te gaan, samen met de andere student die uit Groningen is overgekomen naar St. Louis, Thomas.

Het concert was fantastisch: we kregen stoelen toegewezen op één van de voorste rijen, Jason Mraz is een showman en een uitstekend zanger, en er werd zelfs een huwelijksaanzoek gedaan toen hij zijn bekendste nummer "I'm Yours" opvoerde (zoals dit, maar dan in een half open constructie, op een heerlijke nazomerse avond). Dit gebeurde niet stilletjes, want we zijn per slot van rekening in The United States of America. Jason stopte midden in zijn lied pardoes met zingen, om een aantal woorden uit te spreken: "Andrew, this is your cue" (Andrew, dit is het moment). De lichten gingen uit, met de uitzondering van één zoeklicht, dat wanhopig op zoek was naar die ene man die Andrew heette. Uiteraard was alles van tevoren gepland, dus de lichtoperator was in staat om Andrew en zijn vriendin te belonen met een grote scheut fel wit licht. Een aantal meisjes begon te schreeuwen, blijkbaar wisten zij al door wat er stond te gebeuren. Andrew, in een beweging die raar én beleefd tegelijkertijd was, zwaaide eerst nogal sullig naar Jason, om zich daarna om te draaien en door de knieën te gaan voor zijn vriendin. Het hele publiek kon dit meemaken, want op de verschillende grote schermen werd de episode in HD-kwaliteit afgespeeld. Meer vrouwen (en misschien wat mannen) begonnen te schreeuwen, al is het Nederlandse woord schreeuwen eigenlijk niet sterk genoeg om te beschrijven wat voor geluid er uit de kelen komt van sommige Amerikanen. Vergelijk het met het geluid dat voortkomt uit het krassen met een krijtje over een schoolbord, dat vermenigvuldigt met 10, en daar een soort berenschreeuw achteraan: Zó schreeuwen Amerikaanse vrouwen, en zó vier je een Amerikaans huwelijksaanzoek. Ook Nederlandse vrouwen die dit lezen willen natuurlijk weten wat het antwoord was van de nogal verdwaasde dame: als ik het goed kon zien, was het een stamelend 'Ja'. Gelukkig maar.

De automobiel is een soort van eerste levensbehoefte in de VS. Lopen? Daar houden de Amerikanen niet van. Fietsen? Dat kunnen de meesten niet eens (bovendien is het le-vens-gevaarlijk). Dan heb je nog het openbaar vervoer, maar dat is zo waardeloos dat alleen de armste mensen er gebruik van maken, puur bij gebrek aan betere mogelijkheden. Als studenten behoren wij tot de laatste categorie, en dus gingen Thomas en ik een groot avontuur aan door een reis van ruim een uur met de metro en bus te maken. Ik zei al dat vooral arme mensen voor het openbaar vervoer kiezen, en het is nogal oneerlijk, maar in St. Louis betekent dat gekleurde mensen. Niet dat ik me onveilig voelde, maar het feit dat wij daar zo ongeveer de enige blanken waren geeft je toch een vreemd gevoel: het toont maar weer eens aan dat iedereen naar uiterlijke kleurverschillen kijkt, of dat nou bewust of onbewust gebeurd.

Onze reis verliep uiteindelijk goed, en het gaf ons de mogelijkheid een hoop interessante personages te bekijken en ontmoeten. Zo kwamen we een Amerikaanse vrouw van een jaar of 40 tegen in de bus die ook naar Jason Mraz bleek te gaan. We startten een gesprek met haar, en kwamen zo al snel een aantal harde waarheden te weten in het leven van een 'working-class' Amerikaan. Deze blanke vrouw gebruikte dus het openbaar vervoer, en ze vertelde bijna verontschuldigend dat 'ze normaal nooit de bus pakt' (want tja, die is er alleen maar voor zielige lui). Ze werd er echter toe verplicht, want haar auto was kapot gegaan, en ze had eenvoudigweg geen geld om het oude wrak te repareren. De economische crisis had ook haar geraakt, haar loon was niet gestegen, en geldproblemen werden de orde van de dag. Ze vertelde ons ook nog dat ze hoopte dat Obama wordt herkozen in november, want met Romney aan het roer zag ze het leven in Amerika niet meer zitten. "Ik hou van Amerika, en ik hou van St. Louis, maar ik denk er serieus over na te emigreren naar een ander land, Canada of zoiets, en ik ken meer mensen die er zo over denken," besloot ze, ons een duidelijk beeld gevend van hoe het leven in Amerika ook kan zijn.

Ze gokte er maar op dat het openbaar vervoer haar ook weer zou terugbrengen, en op de terugreis zaten we inderdaad weer met haar in de bus. Door een file net buiten het amfitheater miste ze echter haar aansluiting. Tien kilometer verwijderd van haar bestemming, ze besloot te gaan lopen naar huis. Wij opperden nog of ze niet een taxi kon nemen, maar dat idee wuifde ze snel weg. Nee, ze ging wel lopen, want taxi's zijn ook zo duur. Tien kilometer lopen, in het midden van de nacht, dat zouden veel Nederlanders niet direct overwegen, maar deze vrouw was niet op andere gedachten te brengen. Dus daar ging ze, op weg naar huis, wandelend over een onverlichte weg, in een nou niet bepaald veilige wijk. Thomas en ik keken elkaar verbijsterd aan, hetzelfde denkend: hopelijk weet ze haar eindbestemming veilig te behalen.




maandag 3 september 2012

From heaven to hell in 5 seconds


Saint Louis University is een privé-universiteit, en dat is te merken. De meeste oudere studenten zijn in het bezit van een auto, en dan niet een lullig autootje zoals een Renault Twingo (Ha die verkopen ze hier helemaal niet!), maar liever een mooie Jeep, Landrover of een lekker grote Ford Escape. De meeste studenten komen uit een welgestelde (blanke) familie, of zijn zo intelligent dat alles voor ze betaald wordt door middel van studiebeurzen.  Dat is nodig ook, want het jaarlijkse collegegeld bedraagt maarlieft 35.000 dollar. Daarbij komt dan nog het huren van een kamer/apartement, wat ook nog eens zo'n 5000 dollar per semester aan kosten oplevert.

Daar krijg je wel wat voor terug: de campus ziet er uit als een klein paradijs. Mooie, nieuwe gebouwen, bomen, bankjes, en zeer groen gras. Vooral voor dat groene gras zijn gigantische hoeveelheden water nodig, want het klimaat in Saint Louis is nogal droog. De eerste twee weken was het constant rond de 35 graden celsius met een strakblauwe lucht, maar de overblijfselen van de tropische storm Isaac hebben daar een einde aan gemaakt afgelopen weekend (meteen mijn eerste tornado-alarm overleefd!). Dat bewateren van het gras neemt de Universiteit zeer serieus, het viel me onlangs op dat ze zelfs het kunstgras veld besproeien. Onkruid wordt bestreden door kleine tractoren met grote voorraden verdelgingsmiddelen. Nee, zich zorgen maken over het milieu doen ze hier niet.. Verder kun je alles vinden op de campus: meerdere bibliotheken, talloze restaurants, een kapper, een soort van supermarktje, sportvelden, fitnesscentra, etc. In het gebouw waar ik woon zit zelfs een echte kapel! Er werd me verteld dat er één keer in de twee weken een mis in het Spaans zal worden gehouden, maar ik denk niet dat de combinatie van het Katholieke geloof en de Spaanse taal op mijn lijf geschreven is.

Anyways, de campus is net een klein dorp, en ziet er prachtig uit. Het ligt midden in Saint Louis, een middelgrote stad, die niet bepaald het aanstaren waard is. Het gekste wat ik tot nu toe heb gezien is het grote contrast tussen on-campus en off-campus. Je hoeft maar 5 meter buiten de campus te lopen, en een gevoel van ongeloof bekruipt je. Groen gras? Nergens te zien. Mooie nieuwe gebouwen? Eerder een aantal bakstenen creaties met dichtgetimmerde ramen. Bomen? Dood. Bankjes? Die zijn er wel, maar zijn meestal bewoond door een aantal zwervers. Hoewel er genoeg beveiligingspersoneel op de campus te vinden is, geven de lege straten net buiten de campus niet echt een gevoel van veiligheid.

Het grote contrast tussen arm en rijk is nogal stuitend, hopelijk kan ik jullie daar later meer over vertellen. Voor nu heb ik wat foto's genomen om te laten zien hoe dat verschil tussen de campus en de rest van de stad er nou precies uitziet..


Laten we positief beginnen: On-Campus

Het gebouw waarin ik woon, Pruellage Hall ("oooooh")

The Clock Tower, het middenpunt van de Campus ("oeeehhh")


("aaaahh")
zelfs het kunstgras wordt besproeid!

 En daar komt het.. Off-Campus                                                 

Genomen vanaf een plek op de campus; net buiten de poorten begint de misère al
Typisch Amerikaanse Back-alley


Dit gebouw blijkt een half jaar geleden te zijn afgebrand, maar men heeft geen haast om iets aan de troep te doen

 Somebody need a door?